• Jan Doeland: de teller staat op negentien. foto: André Van Der Vlerk

‘Ik ben een explosieve speler’
De ene week twee, de andere week zomaar vijf goals. SPV’81 heeft een doelpuntenmachine: Jan Doeland
.

door André van der Vlerk

ID-kaart

Naam:
Jan Doeland
Geboortedatum: 12 september
1986
Geboorteplaats: Haastrecht
Burgerlijke staat: vrijgezel
Buiten het voetbal: Jan Doeland
volgt een HBO-studie projectontwikkeling
in Utrecht en loopt momenteel
stage bij Mozaïek, een woningbouwcorporatie in Gouda.
Grote hobby’s zijn uitgaan en vakantie vieren.
Hij zou een rasechte ijdeltuit zijn. Tenminste, als we Francine Mulder moeten geloven, de regeltante die op zaterdagen geen centimeter wijkt van de selectie, koffie schenkt, gasten ontvangt, persberichten tikt. Jan Doeland laat vanmiddag op zich wachten. Eén uur wordt twee uur. ‘Er moet vast nog gel in het haar’, denkt Francine. Maar ook de trainer is schuldig. ‘Even geen foto, ik moet hem erbij houden voor de wedstrijdbespreking.’ Dan stormt het 22-jarige aanvalswonder het veld op. Onwennig voor de pose achter de doelnetten flapt hij eruit. ‘Netten, fetisj.’ Klik, de foto is klaar. Doeland huppelt de wei in en gaat op in z’n groenwitte soortgenoten.
Jan Doeland is een zelfverklaarde dorpsvoetballer. De Haastrechter zou niet gauw een stad als Gouda opzoeken, omdat hij zich eerder op z’n gemakt voelt op het platteland. Dat verklaart waarom de productieve aanvaller nu alweer zijn vierde seizoen slijt op het weiland ten noorden van de Polsbroekse vaart. Andere ploegen zitten achter hem aan, maar Jan denkt alleen aan verkassen als clubs lappen. “Voor een reiskostenvergoeding doe ik het niet. Maar ik zeg nooit nooit.” De teller staat op negentien. Dat hadden er vierentwintig kunnen zijn. Jan legt uit: “Ik scoorde er vijf tegen PKC’85 of zo. Die ploeg kwam op een gegeven moment telkens maar met acht, negen man opdraven. Ja, dan haalt de KNVB je eruit.”

Rode autootje
Doeland praat met onvervalste Rotterdamse tongval. Die weer past bij zijn grote liefde: Feyenoord. Presteert de Kuipclub goed, dan draait de televisie overuren. Is dat niet het geval - dit seizoen dus - dan is voetbal op de buis nauwelijks aan hem besteed. Want Jantje is druk. HBO-opleiding bouwkunde, een bijbaantje in de avonduren, vrienden, trainen (voetbal) en trainen (zaalvoetbal). Ook helemaal Jan: iemand die zit op z’n praatstoel. Maar dan ineens: “Moet je nog lang? Ik moet een vriend helpen verbouwen in Den Haag.” Z’n oude rode autootje gaat in de versnelling en Jan crost de Haastrechtse Esdoornstraat uit.
Dan weer voetbal. Over hoe Jan het balletje in het netje krijgt. “Ik word het liefst in de ruimte aangespeeld en dan moet ik het hebben van m’n actie en snelheid. Ik ben een explosieve speler.” Na de 4-1 zege tegen Aarlanderveen -twee keer raak voor Doeland - stuurt Francine een berichtje de kant van de media op. “Onnavolgbaar”, kenschetst ze de Haastrechter. Op zaterdagen is er niks lekkerder dan voetballen kijken, over voetballen praten en voetballen analyseren. Ze is alleen. Als vrouw dan. “Nooit eens met een groep vriendinnen van: en nu gaan we lekker voetballen kijken.”
Terug bij Jan. “Voetballen is het streven”, zegt hij bijna cruyffiaans. Een compliment meteen voor trainer John Schoordijk die SPV’81 kennelijk aan het ballen gekregen heeft. Dit is voetbaltaal: “We spelen heel aanvallend, in 3-4-3. Drie spitsen dus en als het kan aan beide kanten middenvelders eroverheen. Eigenlijk spelen we heel mooi voetbal. Wat John goed doet, is trainen in linies. Dan oefent hij met de verdediging, het middenveld of de aanval alleen. Dat is heel taakgericht.”

Zware finales

Vriendelijke Jan kan ook vuur spuwen. En dat raakt in zijn geval de scheidsrechter. Ruim een week terug, dat teleurstellende gelijkspel tegen Sportief, floot hij aanvallers terug vanwege buitenspel. “Maar met je blote oog kon je zien dat er van buitenspel geen sprake was.” Jan kan cynisch uit de hoek komen, als het moet. “Ze schijnen van de KNVB te zijn.”
Jan wil promoveren, dat is duidelijk. Mét zijn SPV’81, de club die sinds de oprichting bijna dertig jaar geleden sporadisch aanklopte voor de nacompetitie, maar het nooit voor elkaar kreeg om de vijfde klasse te ontvluchten. Jan verklaart: “Het schijnt heel moeilijk te zijn om uit de vijfde klasse weg te komen.” Even een stilte. “Ik kan eigenlijk niet goed onderbouwen waarom.” Paar seconden later: “Dit jaar moet het gaan lukken.”
De Polsbroekse voetbaltrots kan nog vier zware finales tegemoet zien. Zaterdag komt koploper Bolnes op bezoek. In Rotterdam moesten de Polsbroekers er eerder dit seizoen met 2-0 aan geloven. “Een onterechte penalty en een tweede goal in de achtentachtigste minuut, we hadden recht op meer”, licht de aanvaller ietwat verongelijkt toe.
Jan Doeland; hij zou hogerop kunnen, al is de vraag wat zijn plafond precies is. Want: “We speelden eens tegen Argon (hoofdklasser, red.) voor de beker. Hun verdediging tikte ons compleet zoek.”
‘Voor een reiskostenvergoeding stap ik niet naar een andere club over’